Dierenkliniek Leidsche Rijn 030 - 666 11 67
Dierenkliniek Veldhuizen - De Meern 030 - 231 79 33

Honden

Honden

Honden Geslachtsrijp Draagtijd Aantal jongen Aanschaf vanaf Leeftijd tot
Hond-klein 6 - 9 maanden ca. 9 weken 2 - 6 8 weken 12 - 15 jaar
Hond-groot 6 - 15 maanden ca. 9 weken 3 - 12 8 weken 11 - 13 jaar
  • U wilt een pup, wat nu?
  • Vaccinatie schema hond
  • Parasieten
  • Castratie teef
  • Castratie reu

U wilt een pup, wat nu?

U wilt een pup, wat nu?

Let op, niet alle fokkers zijn even betrouwbaar. Als u bij nestjes gaat kijken, zijn er een aantal zaken waar u op moet letten. >> klik hier. De beste gezinshonden komen vaak uit een nestje in de huiskamer, met een hele lieve moederhond.

Eerste bezoek

Als u de pup opgehaald heeft raden we u aan, om snel een eerste afspraak te maken. We beoordelen de gezondheid van de pup, kijken naar het gedrag, en geven u de juiste adviezen over de verzorging en voeding van het dier. U krijgt van ons een puppy pakket, met allerlei informatie en een leuk speeltje.

Mocht er iets ernstig mis zijn met de pup (bv hartkwaal), kunt u het pupje eventueel nog terugbrengen bij de fokker, voordat uw gezin er al te zeer aan gehecht geraakt is.

Ook wanneer het dier last heeft van parasieten, kan al zo snel mogelijk begonnen worden met de behandeling.

De entingen

Een goed vaccinatie schema voor een pup bestaat uit drie vaccinaties. De eerste op een leeftijd van zes weken, dit gebeurt meestal nog in het nest. De tweede vaccinatie drie weken hierna op een leeftijd van negen weken. De derde vaccinatie weer drie weken daarna op een leeftijd van twaalf weken. Vervolgens wordt de hond jaarlijks gevaccineerd.

Opvoeding en gedrag

Het gedrag van een jonge hond is in grote mate te beïnvloeden. Opvoeden is in wezen het gedrag beïnvloeden op een manier die u wenselijk is. Hoe beter u het aanpakt, hoe sneller en efficiënter u uw doel bereikt. In dit verband is het aan te raden om deel te nemen aan een puppy cursus op een hondenvereniging. Daar krijgt u ook aanwijzingen en tips om uw pup op te voeden. Een pup doorloopt de leeftijdsfasen van baby tot volwassenheid in ruim een jaar. Dit betekent, dat de opvoeding direct begint, en u het vanaf het begin goed aan moet pakken.

Puppy-consultatiebureau

Op een leeftijd van vier, vijf, zes en negen maanden zien wij uw pup graag terug op ons (gratis) puppy-consultatiebureau bij de assistent.

Hier letten we speciaal op (o.a.) hoe het wisselen van het gebitje is gegaan, of de hond netjes groeit en bespreken we eventuele vragen die u heeft over uw opgroeiende pup.

Daarnaast leert de pup op deze manier dat het helemaal niet zo eng is bij de dierenarts en went aan allerlei dingen die hij/zij in de praktijk kan tegenkomen.

Castratie en/of sterilisatie

Bij teven vinden we het optimale tijdstip voor de eerste loopsheid of ongeveer twee tot vier maanden na de loopsheid. Bij reuen is het afhankelijk van de heftigheid van het (ongewenst) mannelijk gedrag, wat bepaald of castratie wenselijk is. Meer weten over castratie/sterilisatie? Castratie reu, Sterilisatie teef

De volwassen hond

Uw hond hoeft als het goed is nu nog maar één keer per jaar langs te komen voor de vaccinatie. (klik hier voor het vaccinatieschema). Ook dan voert de dierenarts een gezondheidscheck uit, en bespreken we eventuele andere vragen.

Graag zien we u tussendoor ook af en toe nog even terug met uw hond, zo kunnen we het gewicht goed in de gaten houden en zorgen we er voor dat het dierenartsbezoek zo leuk mogelijk blijft.

Parasieten

Een hond kan last krijgen van verschillende soorten parasieten, de meest voorkomende zijn; vlooien, wormen en teken. Klik hier voor meer informatie over de verschillende soorten parasieten en hoe je ze kunt voorkomen en bestrijden.

De oudere hond (senioren)

Afhankelijk van de grootte van het ras is uw hond vanaf een jaar of acht senior te noemen. De ouderdom komt met gebreken, u zal waarschijnlijk merken dat uw hond wat strammer gaat lopen, moeite heeft om op te staan, de vacht wordt wat doffer, het gebit wordt slechter en uw dier gaat minder goed horen en zien. Om uw trouwe viervoeter zo gezond en gelukkig mogelijk te houden is het belangrijk om regelmatig op controle te komen. Er zijn tegenwoordig veel producten die voorkomen dat deze ouderdomskwaaltjes verergeren.

Vaccinatie schema hond

Vaccinatie schema hond

Leeftijd

Werkt tegen

6 weken Hondenziekte + Parvo
9 weken Ziekte van Weil + Parvo + Besmettelijke hondenhoest
12 weken Hondenziekte + Leverziekte + Ziekte van Weil + Parvo + (indien nodig) Rabies
6 maanden Hondenziekte + Leverziekte + Ziekte van Weil + Parvo + (indien nodig) Besmettelijke hondenhoest
1,5 jaar Ziekte van Weil + (indien nodig) Besmettelijke hondenhoest
2,5 jaar Ziekte van Weil + (indien nodig) Besmettelijke hondenhoest + Rabies
3,5 jaar  Hondenziekte + Leverziekte + Ziekte van Weil + Parvo + (indien nodig) Besmettelijke hondenhoest
4,5 jaar Ziekte van Weil + (indien nodig) Besmettelijke hondenhoest
Etc.  

Hondenziekte

Een virusziekte die honden van alle leeftijden kan aanpassen met snel verloop en sterfte.
Verspreiding via urine, speeksel en ontlasting.

Leverziekte

Een virusziekte die sommige honden licht ziek maakt, maar voor anderen dodelijk kan zijn.
Verspreiding via alle uitscheidingsproducten.

Besmettelijke hondenziekte (optioneel / indien nodig)

Besmettelijke hondenziekte is een ziektebeeld dat door verschillende micro-organismen wordt veroorzaakt. Besmetting vindt vooral daar plaats waar veel honden bij elkaar zijn (kennel, pension, show).
Verspreiding via de uitademingslucht.

Ziekte van Weil

Een ziekte veroorzaakt door een bacterie met de grootste kans op besmetting in en voor- en najaar. Bij jongere honden kan de ziekte dodelijk verlopen. Ook de mens kan door honden of ratten worden besmet.
Verspreiding via urine van ratten en honden.

Parvo

Een virusziekte die met heftig braken en diarree gepaard gaat en bij veel pups dodelijk verloopt.
Verspreiding via ontlasting.

Rabiës (optioneel / indien nodig)

Rabiës, ook wel hondsdolheid genoemd, wordt veroorzaakt door een virus. U kunt besmet raken via een beet, krab of lik van een geïnfecteerd dier.

 

Parasieten

Parasieten

De meest voorkomende parasieten zijn vlooien, wormen en teken.

Er zijn veel verschillende middelen te verkrijgen om parasieten te doden en de preventie daarvan.

Voor de hond en kat en kat zijn er veel verschillende producten, onze medewerkers kunnen u helpen kiezen welk product het best bij uw huisdier past.

Vlooien

Wat zijn vlooien?

Vlooien zijn kleine, bruinzwarte parasieten in de vacht van onze huisdieren. Ze voeden zich door middel van het bloed van het dier, daardoor kunnen ze veel jeuk veroorzaken. Zonder het bloed van het dier leeft een vlo, maar enkele dagen. Eenmaal in de vacht van het dier leeft een vlo gemiddeld een maand.

Symptomen:

Meestal merk je aan je huisdier dat er vlooien aanwezig zijn door overmatig krabben, en het heel plotseling hebben van jeuk (spel o.i.d. afbreken om te krabben/bijten).

Een andere aanwijzing is vaak dat het dier zwarte korreltjes heeft in de vacht, lijken een beetje op zandkorrels. Dit zijn vlooienpoepjes. (Omdat vlooienpoepjes afvalstoffen van het opgezogen bloed bevatten, lopen deze rood uit als u ze bijvoorbeeld op een vochtig keukenpapiertje legt). Het zien van de vlooien zelf is natuurlijk de duidelijkste aanwijzing.

Cyclus van de vlo

Cyclus van de vlo:

Volwassen vlooien

Volwassen vlooien op de hond of kat worden van buiten meegenomen of ze komen uit vlooienpoppen in uw huis. Vlooien hebben bloed nodig om in leven te blijven en zich voort te planten. De vrouwelijke vlooien leggen dagelijks veel eitjes in de vacht van uw huisdier.

Vlooieneitjes

Vlooieneitjes vallen na een paar uur uit de vacht van uw huisdier en komen zo overal in huis terecht. Uit de eitjes komen de vlooienlaven.

Vlooienlarven

Vlooienlarven voeden zich met uitwerpselen van de volwassen vlo en huidschilfers van de hond en kat. De larfjes kruipen weg in kieren en naden en vormen zich om tot vlooienpop.

Vlooienpoppen

Vlooienpoppen liggen vaak lang in huis te wachten (tot wel twee jaar) en zijn ongevoelig voor vlooienbestrijdingsmiddelen. Zijn de omstandigheden gunstig, bijvoorbeeld wanneer u en uw huisdieren terugkomen van vakantie, dan komt uit de pop een nieuwe volwassen vlo.

Wormen:

Wat zijn wormen?

Wormen behoren tot de endoparasieten (dit betekent dat ze in het lichaam van het dier leven). De meeste wormen zitten in de darmen en maken een trektocht door het lichaam waar ze veel schade kunnen aanrichten. Er zijn veel verschillende soorten wormen, de meest voorkomende zijn:

  • Spoelworm
  • Lintworm

Een worm kan wel 1 ½ jaar oud worden!

Symptomen:

Een volwassen dier heeft meestal geen symptomen van een wormbesmetting. Omdat de eitjes microscopisch klein zijn, zie je deze ook niet in de ontlasting. Er zijn echter wel een aantal kenmerkende dingen die kunnen duiden op wormen;

  • Diarree
  • Meer eetlust
  • Winderigheid
  • ‘Rijstkorrels’ bij anus of in ontlasting
  • Braken
  • ‘Sleetje’ rijden

Het zien van wormen (sliertjes) in de ontlasting of in het braaksel is natuurlijk de duidelijkste aanwijzing op een (dan al grote!) wormbesmetting.

Behandeling en preventie:

Er zijn veel verschillende middelen om wormen te doden, niet alle middelen doden echter alle soorten wormen dus is het belangrijk je hierover te laten informeren. In tegenstelling tot de vlooienmiddelen heeft ontworming geen werkingsduur, het advies van vier keer per jaar ontwormen is dan ook nodig om ervoor te zorgen dat eventuele wormen zo min mogelijk schade aan kunnen richten.

Teken:

Wat zijn teken?

Teken zijn kleine, spinachtige parasieten die bloed nodig hebben om te overleven. Ze zuigen zich vast in de huid van uw dier waar ze zich een aantal dagen voeden, eenmaal volgezogen laten ze weer los en vallen hierbij op de grond. Teken eten wel meer dan tien keer hun eigen lichaamsgewicht aan bloed. Tijdens het voeden komt er speeksel van de teek in de bloedbaan van het dier terecht, hierbij kunnen er gevaarlijke ziektes worden overgebracht. Het is dus belangrijk om een teek zo snel mogelijk te verwijderen (nog beter is natuurlijk het voorkomen van een tekenbeet).

Symptomen:

Vaak merk je aan je huisdier niets, ze veroorzaken geen irritaties. Teken zie of voel je als kleine bultjes, ze worden hierdoor vaak aangezien als wratje.

Castratie teef

Castratie teef

De castratie van de teef / sterilisatie

De castratie van de teef wordt in de volksmond ook wel ‘sterilisatie’ genoemd. Bij sterilisatie bindt je alleen de eierstokken af, bij castratie worden de eierstokken verwijdert. Omdat wij bij honden de eierstokken verwijderen (bij sterilisatie worden de honden nog wel loops) is het dus eigenlijk een castratie.

Waarom castreren?

Voordelen

De belangrijkste reden is natuurlijk geboortebeperking c.q. het voorkomen van de loopsheid, maar er kunnen ook medische redenen zijn om een teef te castreren. Het voorkomt baarmoederontstekingen en schijndracht en verkleint de kans aanzienlijk op melkkliertumoren en suikerziekte.

Nadelen

Er kunnen ook een paar nadelen zitten aan de castratie van de teef;

Kans op urine-incontinentie en gedragsverandering, vachtverandering en gewichtstoename.

Urine-incontinentie treedt niet vaak op (3 - 5%), in tegenstelling tot melkkliertumoren en baarmoederontsteking (70%) en is meestal goed te verhelpen met medicatie.

Bij onderzoek is gebleken dat gedragsveranderingen en vachtveranderingen zelden tot nooit gezien worden (< 1%).

Door de veranderde hormonenbalans hebben de meeste gecastreerde teefjes meer kans op dikker worden. Daarom is het belangrijk de hond regelmatig te wegen, zodat er wat minder voer gegeven kan worden, mocht dit nodig blijken.

Wanneer castreren?

Uit onderzoek is gebleken dat als je de kans op melkkliertumoren zo klein mogelijk wil houden, je de teef al voor de eerste loopsheid moet laten castreren. Dat is al vanaf een leeftijd van zes maanden.

Mocht de hond al een keer loops zijn geweest is het aan te raden om de castratie drie tot vier maanden na de loopsheid te laten plaatsvinden. (De kans op melkkliertumoren is na de eerste loopsheid ca. 8%, ca. 27% na de tweede loopsheid, ca. 48% na de derde loopsheid en ca. 70% na de vierde loopsheid.)

Werkwijze

Zodra de hond verdoofd is wordt ze voorbereidt voor de operatie (o.a. scheren, wassen, intuberen). Vervolgens wordt er een sneetje in de buikwand gemaakt en zoekt de dierenarts de eierstokken, hierbij controleert hij de baarmoeder, als deze er afwijkend uitziet wordt er naast de eierstokken ook de baarmoeder verwijdert. In de gevallen waarbij de baarmoeder er gewoon goed uitziet laten we deze zitten, dit maakt de ingreep en buiksnede kleiner en minder belastend voor de hond. De snee wordt daarna netjes gehecht en de hond slaapt verder uit in de opnameruimte.

De voor- en nazorg bij u thuis

Voor de operatie

Het is belangrijk dat uw hond nuchter is voor de operatie, dit betekent dat de hond de dag voor de operatie vanaf 00.00 uur niet meer mag eten, water drinken mag wel gewoon tot aan de operatie. De reden hiervoor is dat de hond misselijk kan worden van het narcosemiddel, als er dan wordt gebraakt kan het braaksel in de luchtpijp en longen terecht komen.

Ook is het prettig als u de hond goed uitgelaten heeft voor de ingreep, de narcose zorgt er namelijk voor dat er geen controle meer is over de spieren (kan urine en ontlasting dus niet meer ophouden).

Na de operatie

Wij bellen zodra de hond wakker genoeg is om naar huis te gaan. Zij kan dan al zelf op haar poten staan, maar kan nog niet meteen grote stukken lopen. Thuis mag ze niet aan de hechtingen zitten, er zijn verschillende hulpmiddelen om dit te voorkomen zoals een kraag en een Medical Pet Shirt. Bij het ophalen van de hond geven we een uitgebreide nazorgbrief mee, die we ook met u bespreken.

Castratie reu

Castratie reu

Bij de castratie van de reu worden beide testikels afgebonden en verwijderd.

Waarom castreren?

Voordelen

Het voorkomt dat de reu wegloopt als er in de omgeving een loopse teef aanwezig is (geweest), ook voorkomt het voor een deel het vele snuffelen en vermindert de hoeveelheid kleine plasjes die hij buiten (of in huis) doet. Hij zal minder geneigd zijn om op kinderen, tegen een kussen of een been van de visite te gaan rijden. En over het algemeen wat beter met andere reuen kunnen opschieten. Veel reuen hebben last van een vieze afscheiding uit de penis, dit gaat na castratie ook (bijna) helemaal over.

Heb je een hond met een van bovenstaande problemen (gedrag), bedenk dan wel dat het niet helemaal hoeft te verdwijnen na castratie, het is nu voor een deel ook aangeleerd gedrag en zal in de meeste gevallen pas opgelost worden als het gecombineerd wordt met training.

Nadelen

Er kunnen ook een paar nadelen zitten aan de castratie van de reu;

Vooral voor reuen die angstagressie vertonen is de kans aanwezig dat ze na castratie nog onzekerder worden en hierdoor kan de angstagressie toenemen.

De vachtstructuur kan veranderen, uit onderzoek blijkt dat dit zelden tot nooit gezien wordt (<1%).

Er is meer kans op overgewicht, dit kan makkelijk opgelost worden door regelmatig met de hond te bewegen en eventueel de hoeveelheid voer wat te verminderen.

Wanneer castreren?

Een reu kun je laten castreren vanaf een leeftijd van ongeveer zes maanden, anders dan bij de teef is het niet een geval van hoe eerder hoe beter met betrekking tot de gezondheidsvoordelen. Een reu van rond de zes maanden is waarschijnlijk nog aan het ‘puberen’ en vervelend gedrag dat hij nu laat zien hoeft niet te betekenen dat dit zo blijft, zeker niet met de juiste training en begeleiding. Wij raden aan om eerst de pubertijd af te wachten en kijken hoe het gedrag zich ontwikkelt. Wordt er getwijfeld over het wel of niet castreren en is de beslissing moeilijk te maken kunnen we de hond tegenwoordig ook een implantaat (Suprelorin) geven. Deze werkt ongeveer een half jaar en de effecten zijn zoals bij een castratie. Nadat het implantaat is uitgewerkt kunt u alsnog een beslissing maken.

Werkwijze

Zodra de hond verdoofd is wordt hij voorbereidt voor de operatie (o.a. scheren, wassen, intuberen). Vervolgens wordt er een sneetje gemaakt in de huid, net voor de balzakken.

De eerste testikel wordt naar voren gedrukt. De zaadstreng en de bloedvaten worden afgebonden en doorgeknipt en de testikel kan worden verwijderd. Dit alles wordt ook bij de tweede testikel gedaan. Daarna wordt de onderhuid in één of twee lagen gesloten en de huid gehecht.

De voor- en nazorg bij u thuis

Voor de operatie

Het is belangrijk dat uw hond nuchter is voor de operatie, dit betekent dat de hond de dag voor de operatie vanaf 0.00 uur niet meer mag eten, water drinken mag wel gewoon tot aan de operatie. De reden hiervoor is dat de hond misselijk kan worden van het narcosemiddel, als er dan wordt gebraakt kan het braaksel in de luchtpijp en longen terecht komen.

Ook is het prettig als u de hond goed uitgelaten heeft voor de ingreep, de narcose zorgt er namelijk voor dat er geen controle meer is over de spieren (kan urine en ontlasting dus niet meer ophouden).

Na de operatie

Wij bellen zodra de hond wakker genoeg is om naar huis te gaan. Hij kan dan al zelf op zijn poten staan, maar kan nog niet meteen grote stukken lopen. Thuis mag hij niet aan de hechtingen zitten, er zijn verschillende hulpmiddelen om dit te voorkomen zoals een kraag en een Medical Pet Shirt. Bij het ophalen van de hond geven we een uitgebreide nazorgbrief mee, die we ook met u bespreken.

Terug naar diereninfo
Terug naar boven